25 september 2023
In mei 1986 boekte het CDA een grote verkiezingsoverwinning. Toenmalig premier Ruud Lubbers mocht zijn karwei afmaken. De Nederlandse index EOE boekte een fors koerswinst.
Het enthousiasme kwam vooral doordat er een centrumrechts kabinet zou komen en niet een coalitie met de PvdA onder leiding van Joop den Uyl. Dat laatste zou minder vriendelijk voor het bedrijfsleven zijn. Sinds 1986 was er naar aanleiding van politieke ontwikkelingen geen reactie positief of negatief op de Nederlandse aandelenmarkt. Politieke ontwikkelingen in het buitenland (presidentsverkiezingen VS, Brexit) hadden meer invloed. Tot afgelopen vrijdag.
Koersen van met name bankaandelen en verzekeringsmaatschappijen stonden fors onder druk. Als oorzaak werd er gewezen naar de plannen ondersteund door een meerderheid van de Tweede Kamer tot het invoeren van een bankbelasting en een heffing op het inkopen van aandelen. Al bij al maatregelen die niet gunstig zijn voor aandeelhouders want de winst wordt minder als de plannen doorgaan. De maatregelen zijn vooral bedoeld om de koopkracht van de consument te kunnen ondersteunen. Er zullen weinig beleggers te vinden zijn die daar tegen zijn. Maar om dit te financieren middels de bankenbelasting, daar kunnen wel vragen over zijn. Nu zijn banken nimmer een populaire bedrijfstak geweest. Zoals te zien is in bijvoorbeeld het toneelstuk de “De koopman van Venetië” van William Shakespeare uit 1597. De laatste maanden is er veel kritiek op banken door de lage spaarrente die zij bieden. En dat terwijl er wel forse winsten worden geboekt. In België bracht de staat een lening uit waardoor spaarders een hogere rente konden krijgen dan bij de banken. Het werd een groot succes. Maar naar de echte oorzaak van de “lage” spaarrente werd niet gekeken. Net als bij alle economische processen is de prijs van een goed afhankelijk van vraag en aanbod. En er is simpelweg heel veel spaargeld wereldwijd. De vraag naar geld door bijvoorbeeld bedrijven is laag omdat veel bedrijven veel liquiditeiten hebben. Of de plannen van de Tweede kamer uiteindelijk een wettelijke basis krijgt blijft de vraag. Voor wie de historie kent in de jaren zeventig en tachtig was er discussie rondom de zogenoemde Vermogensaanwasdeling kortweg VAD. Ook hier was de achtergrond om de overwinsten van bedrijven terug te laten vloeien naar de werknemers. Het voorstel werd door het eerste kabinet Lubbers in 1983 ingetrokken. Een aantal strategen beginnen nu vergelijkingen te maken met de jaren zeventig/tachtig van de vorige eeuw. Inflatie is hoog en om de consument te beschermen komen er maatregelen om bedrijfswinsten te beperken. Ook stakingen zijn er, vooral in de Verenigde Staten waar met name werknemers van autofabrikanten van hun werkgever hogere lonen eisen. Die jaren waren zeker niet gunstig voor aandelenbeleggers. Of de geschiedenis zich nu herhaalt is te vroeg om die conclusie te trekken. Want feit is en blijft dat de arbeidsmarkt gezond is. Dat duidt simpelweg op het gegeven dat de groei nog altijd aanwezig is.