18 maart 2024
Als de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank (FED) Jerome Powell een ding niet wil dan is het de geschiedenis in gaan als een tweede Arthur Burns.
In een groot aantal historische beschouwingen over de FED wordt Burns de slechtste voorzitter ooit worden genoemd. Burns zat aan het roer van de FED tussen 1970 en 1978. Toen hij aantrad was de inflatie opgelopen van 4% in de jaren zestig naar 6%. Hij werd benoemd door Richard Nixon die stelde dat “Dr.Burns een voorstander is van lagere rentes”. De olieschok in 1973 echter zorgde voor een stijging van de geldontwaarding naar 12%.
Burns verhoogde de rente maar gedeeltelijk. Zijn redenatie was dat de hogere inflatie vooral kwam door hogere energieprijzen en dat die tijdelijk zouden zijn. Met de wijze kennis achteraf een duidelijk inschattingsfeit. Burns werd opgevolgd door William Miller die nog geen anderhalf jaar later in 1979 werd vervangen door Paul Volcker. Hij is de geschiedenis in gegaan als de grote inflatiebestrijder. In 1981 piekte de inflatie op 13,5%. Twee jaar later was deze nog slechts 3,2%. Volcker gebruikte een zwaar middel om dit te bereiken. Het rentetarief, de FED-funds werd verhoogd van gemiddeld 11,2% naar even 20%. Het gevolg was dat de Amerikaanse economie in de zwaarste crisis kwam in meer dan 50 jaar. Volcker was duidelijk niet populair op dat moment. Boeren die de rentekosten niet meer konden betalen blokkeerden met hun tractoren straten in New York. Dat hij nu in de economische geschiedenis te boek staat als geniaal komt vooral omdat na de crisis van begin jaren tachtig de Amerikaanse economie sterk groeide. Het is deze geschiedenis die natuurlijk nu meespeelt in de gedachtegang van Powell. Hij wil liever een Volcker zijn, gehaat tijdens het voorzitterschap en bewierookt later. Afgelopen week bleek dat de inflatie nog niet volledig onder controle is. Wat weer zorgde voor hogere rentetarieven en lagere aandelenkoersen. De meningen over het toekomstige rentebeleid van de FED lopen sterk uiteen (Zie FT04-2024). Op zichzelf is er geen reden de rente te verlagen als we kijken naar de arbeidsmarkt. Maar als de gemiddelde Amerikaan wordt gevraagd hoe het economisch voorstaat dan is dat uitermate somber. Naast immigratie is het tweede grote punt van de komende presidentsverkiezingen namelijk de inflatie. En dan kijken de Amerikanen vooral naar de rentekosten voor hypotheken. Deze zijn immers de afgelopen in de afgelopen jaar met 140% gestegen van 3% naar 7%. Omdat deze tarieven gekoppeld zijn aan de FED-Funds pleit dat weer voor een renteverlaging. En hoewel de FED politiek onafhankelijk is moet ook rekening gehouden worden met de komende verkiezingen. Al zal men dat altijd ontkennen maar monetaire politiek is geen korte termijn verhaal. Verlaagd de FED de rente sterk dan kan dat op kritiek komen te staan dat men de zittende president Biden wil steunen. Verlaagt men niet dan zullen veel ontevreden Amerikanen de kant van Trump kunnen kiezen. Het is vaker geschreven: “Een centrale bankier valt niet te benijden”.